Een ding is zeker: iedereen is in staat om een wijn te beoordelen. Ook jouw (schoon)moeder zal je vast wel eens een goedbedoeld wijnadvies hebben gegeven. “Dat is echt een heerlijk wijn, schat, je vader en ik zijn er gek op!” Eenmaal thuis bij jou op tafel blijkt het niet meer dan een licht zurend slobberwijntje te zijn… Jouw moeders oordeel was enkel een mening. Ze vond de wijn lekker.
Maar hoe voorkom je dat nu? Hoe beoordeel je de kwaliteit van een wijn?
Wijn is lekker of niet lekker.
Helemaal mee eens. En in negen van de tien gevallen ook meer dan voldoende: languit op de bank, op de afscheidsborrel van een collega (drink je bier of wijn?) of na een wilde avond stappen aan jouw keukentafel…
Wil je echter wat evenwichtiger voor de dag komen (bijvoorbeeld tijdens een proeverij, het kiezen van de (huis)wijnen voor jouw nieuw te openen zaak, of tijdens een wijnspijsdiner), dan is het toch raadzaam om de wijn op wat meer universele, alom geaccepteerde wijze te beoordelen.
Net zoals die wijnbobo’s Parker, Hamersma of Duijker zeker?
Er zijn de afgelopen eeuw (te) veel wijnclassificatiesystemen ontwikkeld, uitlopend van een schaal van 0-100 punten (Parker) tot slechts 3 glaasjes (Gambero Rosso). Te veel om even te bespreken. Belangrijker voor het hier en nu is dan ook om jouw eigen kapstok te ontwikkelen.
Gericht proeven dus!?
Dat is de basis. Het beoordelen van de kwaliteit van de wijn houdt dus direct verband met jouw notities betreft kleur, geur en smaak. De eindafrekening, de conclusie, moet uiteindelijk een omschrijving worden van de kwaliteit van de geproefde wijn.
Even opfrissen
Maak notities van de kleur van de wijn, de intensiteit en de viscositeit. Een strogele chardonnay verklapt al wat over bijvoorbeeld zijn leeftijd of de rijping op eikenhout.
Tijd om te walsen. En te ruiken. Hoeveel aroma’s pik je op uit de geur van de wijn? En is het fruit dat de klok slaat, of herken je (veel) meer dan dat? Kort door de bocht: meer (belegen) aroma’s, meer kwaliteit in je glas. En dus een kwalitatief betere wijn.
Check of de smaak van de wijn dit bevestigt. Wat kun je zeggen over de zoetheid, de zuurgraad, aanwezige tannines (bitters), de hoeveelheid alcohol en de power van de wijn, heeft hij body, of is het maar flets? Vervolgens stel je jezelf de hamvraag: hoe ontwikkelen deze smaken zich in je mond?
Dan moeten we nu zeker iets over de ‘afdronk’ zeggen.
Juist. Hoelang houd jij de ‘volledige’ smaak van de wijn in jouw mond? De ‘totaalbelevenis’, alvorens de wijn uit elkaar wordt getrokken en vervormt in je mond. Is het 1 seconde, 2 seconden, of misschien wel 10 seconden? De balans tussen alle smaken en het vasthouden van die balans is dé graadmeter om de kwaliteit van de wijn te bepalen.
Een wijn uit balans heeft een zuurtje dat ‘naast’ de overige smaken voortduurt, een zoetje dat eigenlijk pas de kop op steekt als de rest verdwenen is of een bitter die je volledige mond droog trekt, terwijl jouw slok goed en wel beschouwd nog moet beginnen…
Lastig te beoordelen. Zo klinkt het althans.
Dat gaat wel steeds beter naarmate je meer oefent. En wat achtergrondkennis hebt van de wijn in je glas. Maar de lengte van de afdronk in combinatie met de harmonie, of beter gezegd balans, tussen alle kenmerken van de wijn geven je echt wel een steuntje in de rug!
Nog een laatste tip?
Vooruit. Ooit leerde we eens dat wijnen onder een tientje prima te beoordelen zijn met een (niet wetenschappelijke, maar desalniettemin aardige) formule om wat over prijs/kwaliteit te zeggen:
De lengte van de (volledige smaak in de) afdronk in seconden x €2,50 = de prijs van de wijn.
Boven die aanschafprijs wordt wijn proeven en beoordelen echt een meer delicate exercitie. Maar een wijn van €9,95 met een volledige afdronk van slechts 2 seconden kun je zodoende als matig beoordelen op de ladder van prijs en kwaliteit, terwijl je misschien best wijnen kunt vinden die hetzelfde effect hebben voor minder geld!